Het was zonnig – zo hielden we het elektriciteitsnet overeind

Zonnepanelen, zonnepanelen en nog eens zonnepanelen. Ondanks de aankondiging dat de salderingsregeling wordt afgeschaft, blijft het aantal panelen op Nederlandse daken groeien. Inmiddels hebben bijna 3 miljoen huishoudens zonnepanelen, goed voor meer dan een derde van alle huishoudens. En de opgewekte stroom die niet direct op datzelfde moment verbruikt wordt, gaat terug naar het stroomnet.

Het is goed nieuws dat we zoveel duurzame stroom opwekken. Tegelijkertijd brengt het ook een uitdaging met zich mee: ons elektriciteitsnet is (nog) niet ingericht op zulke grote hoeveelheden decentraal opgewekte energie. Zeker op zonnige dagen in het voorjaar — vaak in het weekend, wanneer er minder stroom wordt verbruikt — leidt dit tot flinke pieken op onze hoofdverdeelstations: de HS/MS-stations. We nemen hier aanvullende maatregelen om die pieken aan te kunnen. 

Dit voorjaar kregen we meteen de proef op de som: meerdere zonnige dagen achter elkaar. Hoe reageerde het net daarop en wat leerden we ervan?

Maatregelen om het stroomnet stabiel te houden

Bij congestiemanagement (de beschikbare ruimte slim verdelen als het stroomnet vol zit) draait alles om het voorspellen én voorkomen van overbelasting. Jop Hoeijmakers, Manager Congestie Office en Patrick Zeegers, Proces- en Performancemanager Bedrijfsvoering bij Enexis, zijn daar dagelijks mee bezig. Hoeijmakers: “Met behulp van weersvoorspellingen, historische belastingdata en de verwachte zonkracht kijken we vooruit. Zo schatten we zo goed als mogelijk in welke stations mogelijk over hun limieten heen gaan.” Zeegers vult aan: “En als dat dreigt te gebeuren, treedt onze maatregelenladder verder in werking: maatregelen om zoveel mogelijk klanten te helpen én het net binnen de veilige marges te houden.”

Een van de eerste maatregelen die Enexis toepast zodra de belasting van het net oploopt, is het dimmen van grote opwekkers met een capaciteitsbeperkend contract (CBC). In dit contract is vastgelegd dat bedrijven tijdelijk beperkt stroom kunnen terugleveren of verbruiken.

Blijken die maatregelen niet voldoende, dan kunnen we bijvoorbeeld grote zonneparken op afstand dimmen of zelfs afschakelen. “Dit jaar hebben we dat al 70 keer toegepast”, vertelt Zeegers. “Maar we kunnen bijvoorbeeld ook de reservecapaciteit van een station inzetten— de extra transformator die normaal gesproken klaarstaat bij storingen of onderhoud.”. Hoeijmakers: “Dat klinkt voor de hand liggend, maar als we die structureel inzetten, wordt het uitvoeren van onderhoud complexer en heb je geen vangnet meer bij echte calamiteiten. desondanks gebeurt het inmiddels dagelijks.”

En als zelfs dat niet genoeg is?

“In het uiterste geval, als alle maatregelen samen niet voldoende zijn, moeten we een deel van een station afschakelen waardoor ook bedrijven en huishoudens zonder stroom zitten. Zij kunnen op dat moment ook geen stroom  terugleveren”, zegt Hoeijmakers. “Dat is echt het allerlaatste redmiddel. Als je een station laat overbelasten, kan het beschadigd raken — en dan ben je verder van huis. Want dan moeten we een grootschalige reparatie uitvoeren die weken of zelfs maanden kan duren.” Tot nu toe kon dit gelukkig worden voorkomen.

Invloed op het stroomnet

Er zijn veel factoren die invloed hebben op de belasting van het stroomnet, zoals weersomstandigheden en energieprijzen. Hoeijmakers: “Een wolkendek boven een zonnepark kan ervoor zorgen dat er ineens veel minder stroom wordt teruggeleverd. Ook negatieve energieprijzen zorgen voor gedragsveranderingen bij opwekkers. Maar zo zijn er nog veel meer factoren die invloed hebben. Alles werkt door op wat wij zien gebeuren op het station. Soms verschilt een werkdag weinig van een weekend, maar in andere gevallen maakt het verbruikspatroon juist een wereld van verschil.”

Marges worden krapper

Decentrale opwek van energie, bijvoorbeeld via zonnepanelen, krijgt een steeds prominentere rol in de energievoorziening. Dat is een mooie stap naar een toekomstbestendig energiesysteem maar tegelijkertijd ook een forse uitdaging in het hier en nu. De enorme toename van decentrale opwek zorgt op piekmomenten voor grote druk op ons elektriciteitsnet. Dankzij voorspellende data, heldere procedures en de samenwerking met gemeenten en bedrijven houden we het tot nu toe overeind. Maar de marges worden steeds krapper.

Daar komt bij dat het probleem zich niet beperkt tot zonnige dagen. In de winter komt de druk van de andere kant: veel elektriciteit die op hetzelfde moment wordt gebruikt voor koken, verwarming, warmtepompen en elektrische auto’s. Waar we nu vooral pieken op teruglevering zien, verwachten we straks ook pieken in verbruik.

Zeegers sluit af: "We proberen ons elektriciteitsnet elke dag een beetje slimmer te benutten zodat we alles draaiende kunnen houden. Maar het is de vraag of de werkelijkheid ons daar de tijd voor gunt. Daarom blijven we bezig om samen met onder meer gemeenten het noodplan verder aan te scherpen. Dit helpt ons om de impact van directe maatschappelijke schade te beperken."